Lesja Oekrajinka
- Lesja Oekrajinka -
|
|
|
|
Volledige naam | Larisa Petrivna Kosatsj-Kvitka (Лариса Петрівна Косач-Квітка) |
Geboortedatum | 13 februari 1871 |
Datum van overlijden | 19 juli 1913 |
Soort werk | poëzie, toneel, kritieken, literaire vertalingen |
Lesja Oekrajinka, pseudoniem van Larysa Petrivna Kosatsj-Kvitka (Oekraïens: Лариса Петрівна Косач-Квітка) was een Oekraïense dichteres en schrijfster.
Lesja Oekrajinka begon al op jonge leeftijd poëzie te schrijven en in 1884, op 13-jarige leeftijd, werden haar eerste gedichten gepubliceerd: 'Lelietje-van-Dalen' (Oekraïens: Конвалія, Konvalija) en 'Sappho' (Oekraïens: Сафо, Safo). In diezelfde tijd begon ze ook te schrijven onder het pseudoniem Lesja Oekrajinka. Haar oom, Mychajlo Drahomanov, een bekend historicus, moedigde het jonge meisje aan om Oekraïense volksverhalen, volksliederen en geschiedenis te bestuderen. In 1879 verhuisde de familie naar Loetsk in West-Oekraïne. In de jaren tachtig van de 19e eeuw verhuisde het gezin naar Kiev. Lesja en haar broer Mychajlo Kosatsj richtten in 1888 de literaire groep Pleiada op. De groep had tot doel de ontwikkeling van de onderdrukte Oekraïense literatuur te bevorderen, onder andere door buitenlandse literatuur in het Oekraïens te vertalen. Sinds 1876 was de publicatie van Oekraïense literatuur verboden in het Russische Rijk, waardoor Oekraïense literatuur vaak werd gedrukt in het westelijke deel van Oekraïne, dat toen tot Oostenrijk-Hongarije behoorde. Oekrajinka schreef een groot aantal geschriften, korte verhalen, gedichten en theaterstukken. Haar eerste dichtbundel, met de titel На крилах пісень (Na Krylach Pisen, "Op de vleugels van Liederen"), werd uitgebracht in 1893. Later verscheen in 1899 de bundel Думи і мрії (Doemy i Mriji, "Gedachten en Dromen") en in 1902 Відгуки (Vidhoeky, "Recensies"). Daarnaast schreef ze meer dan tien toneelstukken. Haar werk weerspiegelt intense emoties en een diepe innerlijke onrust, maar ook een geloof in rechtvaardigheid en de uiteindelijke triomf van het goede. Ze zag zichzelf als een erfgename van de Europese cultuur, waarbij ze vaak teruggreep op de Oudheid, terwijl ze zich ook liet inspireren door moderne stromingen in de West-Europese literatuur. Haar werk vertoont bovendien duidelijke invloeden van het symbolisme. Haar poëtische toneelstuk Лісова пісня (Lisova Pisnja, "Lied van het Woud") uit 1911 wordt algemeen beschouwd als haar meesterwerk. Als literatuurcriticus schreef Lesja Oekrajinka een reeks artikelen over zowel de geschiedenis als de actualiteit van de Europese literatuur. Bovendien was ze actief als vertaalster en vertaalde werken van onder anderen Homerus, Heinrich Heine, Victor Hugo, Lord Byron en Adam Mickiewicz naar het Oekraïens. Op maatschappelijk gebied was Lesja Oekrajinka eveneens zeer betrokken. Ze was een fervent tegenstandster van het tsaristische regime en zette zich in voor verschillende marxistische bewegingen in Oekraïne. Daarnaast speelde ze een actieve rol in de vrouwenbeweging. In 1902 vertaalde ze het Communistisch Manifest van Karl Marx en Friedrich Engels naar het Oekraïens, wat ertoe leidde dat ze werd gearresteerd en daarna onder politietoezicht stond. Haar eerste verloofde, Serhij Merzjynskyj, stierf in 1901. Aan het eind van haar leven trouwde Lesja Oekrajinka met de etnograaf Klyment Kvitka. Haar moeder keurde het huwelijk af omdat Klyment Kvitka niet van adel was, zij vond dat haar dochter beneden haar stand trouwde. In dezelfde periode verslechterde haar gezondheid aanzienlijk. Oekrajinka leed al van jongs af aan aan tuberculose. Haar laatste vijf jaar bracht ze door in kuuroorden in Egypte, op de Krim en in de Kaukasus. De ziekte kostte haar uiteindelijk op tweeënveertigjarige leeftijd het leven op 1 augustus 1913 in het kuuroord Soerami in Georgië. Haar laatste rustplaats is op de Bajkove-begraafplaats in Kiev.
|
"Van dat, waarvan men niet kan spreken, moet men zwijgen.
Про що неможливо говорити --про те слід мовчати
"